zaterdag 24 april 2010

Zorgen


"Fijne dagen in Berlijn", sms'ten mijn ouders vorige week vanaf hun vakantieadres.
"We gaan pas in mei naar Berlijn", antwoord ik. "Maar wanneer komen jullie terug? Want er vliegen geen vliegtuigen."
"Ai, alweer in de bonen", is de reactie van mijn ouders. En ik weet: het verhaal over het gesloten luchtruim geloven ze dus niet. Een dag later komt er een nieuwe sms. "Hoe gaat het met de vulkaan?" Aha. Iets van het nieuws is toch doorgedrongen. Gelukkig. Ik maakte me zorgen – die twee wereldvreemde oudjes, slechtziend en slechthorend en wie weet straks gestrand op één of ander vliegveld in the middle of nowhere. "Geen verandering nog, zoek alvast alternatieven", laat ik weten. "Wanneer is jullie terugreis gepland?"
"Zeg je het als er nieuws is?", vragen mijn ouders. En: "Iedereen hier zoekt alternatieven."
Ja, en? Mijn bezorgdheid dreigt om te slaan in ergernis. Dus jullie doen dan maar niets? Omdat iedereen dat wel doet? Ik zie ze voor me, in een vertrekhal met glimmende marmeren vloer. Nog één verkruimeld pakje Sultana en een flesje lauwwarm water in hun handbagage. In hun ogen de blik van aangeschoten wild. Zou ik bereid zijn alles te laten vallen om ze met de auto op te halen? Drie dagen rijden, schat ik, en weer terug. Verdomme, laat ze zelf het nieuws in de gaten houden. "Ik hou jullie op de hoogte", sms ik. "Maar tot wanneer zijn jullie daar nog?"
"Wij maken ons geen zorgen", schrijven ze een dag later. Mooi is dat – wat zit ik dan mijn best te doen? En: "Veel plezier in Berlijn. Wij komen 29/4 terug."
"Zijn jouw ouders misschien dement aan 't worden?" vroeg onlangs iemand bij de Rockchick & Co.
"Nee hoor", zei ik vol overtuiging. Maar zo zeker weet ik dat nu niet meer.

Geen opmerkingen: