woensdag 25 november 2009

Buren



Bij thuiskomst wacht een zwarte kip mij op. Nee, dat is niet de blind date. Die heb ik al achter de rug en dat was een puur zakelijke flirt. De zwarte kip is tamelijk vrijheidslievend: ze kwam al eerder in onze tuin op bezoek. Ik vraag me af of ik de eigenaar van de kip moet inlichten. Dat zou ik zonder meer doen als het niet de naaktlopers waren. De naaktlopers zijn de naaktlopers omdat voor alle ramen de gordijnen altijd dicht zijn. Het is deze hermetische geslotenheid waardoor de bijnaam voor de hand lag. Waarom zou je anders dag en nacht, zomer en winter alles potdicht houden? Zeker, de lichtallergie heb ik overwogen, en verworpen: ik heb ze zonder specifieke voorzorgsmaatregelen buiten gesignaleerd. Overigens is het zeer de vraag of het meerdere mensen betreft, de naaktlopers. Er was beslist ooit sprake van een vrouw. Totaal uit zicht verdwenen. Gewoon weg? Het werpt toch een iets ander licht op die gordijnen. In de auto van de naaktlopers, een cabriolet die een eigen gehandicaptenparkeerplaats heeft, slingeren bladmuziek, vakliteratuur voor psychiaters en plastic tasjes. Het geeft te denken, ik kan er niks aan doen.
Enfin, de zwarte kip. De zwarte kip schrikt zo van mij en mijn fiets dat ze wild fladderend opvliegt. Over de schutting van de buurman. Precies de verkeerde kant op. Richting straat waar ze zomaar overreden kan worden. Nee, ik blijf bij mijn beslissing. Ik zou de eigenaar heus wel inlichten. Maar nu toch maar niet.

Geen opmerkingen: