woensdag 22 september 2010

Kamstrepen


"Je haar wordt al lekker lang", zei mijn kapster de laatste keer dat ze mijn pieken onder handen nam.

"Ja hè", knorde ik tevreden. "Maar kijk niet verbaasd op als ik het volgende keer ineens helemaal anders wil."
Het is heel gebruikelijk dat ik dingen waar ik het ene moment echt voor ga, het volgende moment volslagen beu ben. En dat geldt nog wel het meest voor mijn haar. Mijn onmogelijke haar, steil en zwaar, dat zelden doet wat ik wil. Balkhaar, noemde een vorige kapper het. Dat is het type haar dat Aziatische mensen zouden hebben. Door de microscoop zie je dat het de vorm heeft van een balk, zei die kapper. Moeilijk haar dus, vond die kapper ook. En ik had al niet zo'n goede band met kappers. Als dertienjarige kwam ik er voor het eerst en ik verliet de zaak huilend. Wat er met mijn haar was uitgespookt was helemaal niet wat ik had bedoeld. Toch vatte ik een aantal maanden later opnieuw moed. Ditmaal was ik erg blij met mijn nieuwe trendy koppie – alleen moest ik nog wel even aan mijn moeder vertellen dat het 90 gulden had gekost.
We waren nog geen dag op vakantie of ik was mijn lokken helemaal zat. Het waaide steeds voor mijn ogen en het leek of ik een dikke muts op mijn hoofd had.
"Het moet eraf!" verklaarde ik en liefst was ik de eerste de beste kapperszaak op Kreta ingedoken. Vanochtend belde ik toch maar mijn eigen kapper, overigens de beste die ik ooit had.
"Knippen en misschien ook kleuren", zei ik.
"En hoe wilt u het dan laten kleuren?" vroeg het meisje aan de telefoon. Ik begreep haar niet. "Nou, bijvoorbeeld een spoelinkje ", legde ze uit, "of uitgroeibehandeling, of kamstrepen." Kamstrepen? Huh?
Maar kort wordt het.

Geen opmerkingen: