zaterdag 17 juli 2010

O.v.t.


Het dochtertje van de Drapers roept nog "Hello? Hello?" in de hoorn als de telefoon opnieuw rinkelt. Huh? Sinds wanneer hebben de Drapers twee telefoons? Pas als ik zie dat geen van de personages in Mad Men erop reageert, realiseer ik me dat ik mijn eigen telefoon hoor. Om 21.35 uur: dat kan alleen mijn moeder maar zijn. Of ik thee kom drinken, hoor ik later op de voicemail. Als ik de volgende ochtend terugbel, heb ik een voornemen: geen schone schijn.
"Ik baal ervan dat jullie niets hebben laten horen toen jullie op vakantie waren", is dus mijn reactie op de vraag hoe het gaat. "En ook niet sinds jullie thuis zijn." Dikke tranen rollen onmiddellijk onstuitbaar over mijn wangen.
"Waarom kun je niet gewoon geloven dat ik van je hou?" vraagt mijn moeder. Omdat ik dat niet voel en niet zie, en nooit gevoeld of gezien heb. Omdat ik nu geen steun ervaar en nooit steun ervaren heb. Omdat ze het altijd gewoon maar liet gebeuren dat Grote Broer mij de pan inhakte.
"Ik heb hem anders weleens aan zijn oren naar de gang gesleept", verdedigt mijn moeder zich. Ja, toen hij nog klein was, en daarover voel je je nog schuldig – omdat hij daardoor volgens jou flaporen heeft. Maar waar was je later?
"Daar weet ik allemaal niks van", beweert mijn moeder. "Jij herinnert je altijd dingen die ik niet weet." Omdat jij je volledig afsloot van alles. Je opsloot in de keuken of op zolder, achter je blokfluit of je weefgetouw, in je vrouwengespreksgroep of in de tuin.
"De vrouw van Grote Broer begrijpt ook niet wat er eigenlijk aan de hand is", meldt moeder nog. Ongetwijfeld. Ze heeft immers nog nooit een woord met me gewisseld.

En toch was het een goed gesprek. 

2 opmerkingen:

Swan zei

Ik word soms zo kwaad op jouw familie, maar als ik naar de mijne kijk, zijn wij net zo erg. En dat maakt me nog verdrietiger. Jij ziet het. Ik zie het. De rest sluit zijn ogen. Het is niet waar. Zijn wij gek of zij? Het blijft de vraag...

Dit is MarsMania zei

@Swan Ik denk graag dat zíj gek zijn. Wonderlijk is wel, dat zij niet in therapie zitten, en ik wel.