vrijdag 28 mei 2010

Lot


“Ja, met mij spreek je”, zegt mijn moeder. Dat had ik al gezien in de display. Vlak voordat de voicemail zou aanspringen, besloot ik om toch maar op te nemen. Ik kan niet altijd vluchten tenslotte.
“Ja, misschien stoor ik je tijdens de maaltijd of tijdens het koken…”, zegt mijn moeder met een stem die een halve octaaf hoger is dan gebruikelijk en ze klinkt alsof ze haar adem inhoudt. Inderdaad ben ik aan het koken. “…maar we willen een aantal zaken met je bespreken.” Dat klinkt tamelijk serieus. Verontrustend zelfs.
“We weten dat je op maandag altijd vrij bent”, gaat mijn moeder verder. “Schikt het je als we maandagochtend even langskomen?” Maandagochtend = Rockchick & Co-ochtend.
“Maandagavond dan?” Het klinkt ook bijzonder dringend. Mijn moeder gaat niet in op de vraag of ik me zorgen moet maken. Ook gaat ze niet in op mijn lacherige, maar zenuwachtige opmerking dat ik het maar mysterieus vind.
“Je vader zegt dat het ook vrijdagavond kan.”
Ik noteer het in mijn agenda. Alsof de afspraak vanaf dat moment nog uit mijn gedachten zou kunnen zijn. Ik eet mijn eten zonder iets te proeven. De oprukkende paniekaanval wordt onderbroken door het doordringende geluid van de deurbel. Ik houd de mevrouw met de loten voor de Zonnebloemstichting en met ogen zo vriendelijk dat ik er bijna van ga huilen, net zo lang aan de praat tot ik niet meer slap tegen de deurpost hoef te hangen. Tot ik weer mijn voeten op de grond voel. Tot ik weer een glimlach kan produceren. Ik koop een lot.

Geen opmerkingen: