zaterdag 12 december 2009

Kapper



Zachtjes masseert de kapster mijn hoofdhuid. Ik laat het over me heen komen. Moet je ruiken, hoe lekker deze shampoo ruikt", zegt ze. Ze noemt het merk en een hele riedel aan eigenschappen die de shampoo heel speciaal maken. En vast ook heel duur. Het zal allemaal wel. "Wil je een warm handdoekje?" vraagt ze. Ik wil graag een warm handdoekje. Stop me maar helemaal in onder een warm handdoekje. Als het warme handdoekje is afgekoeld pakt ze mijn hoofd in in een droge handdoek en begeleidt me naar een stoel. "Zit je goed?" Ik zit goed. Maar mijn hoofd is er niet bij, als je het niet erg vindt. Mijn hoofd is nog bij het afscheid van ggz-G. Het hakt er diep in. Meer dan ik verwachtte. Het zet me een jaar terug in de tijd toen ik afscheid moest nemen van J. Ik schrik ervan. Ik wil niet weer maanden die pijn, dat verdriet, die woede. De kapster vraagt naar mijn plannen voor het weekend. Die heb ik niet. Tenzij het me tijdelijk terugtrekken uit de bewoonde wereld een plan is. De kapster wel, zij heeft plannen. Ik laat haar praten. Ik hoef alleen maar "hm hm" te brommen en op de goeie momenten "ja", "nee", "echt?" of "dat meen je niet" te zeggen. Het maakt de groef in mijn voorhoofd niet minder diep. Het leidt wel af. Ik plak voor de gelegenheid een glimlach op mijn gezicht.

Geen opmerkingen: