Dat ik over een grote, bruine beer droomde snap ik wel. K. vertelde immers gisteravond over de Amerikaanse vakantie van haar collega, die tijdens het kamperen de nodige maatregelen moest nemen tegen beren. Dat mijn moeder opdook en broer 2 – het moet allemaal zomaar kunnen. Maar hoe ik het toch voor elkaar krijg om te dromen over een vogeltje waarvan ik het bestaan niet kende, dat is me een raadsel. Weliswaar week zijn gedroomde uiterlijk iets af van de werkelijkheid, maar niet het geluid dat hij maakte en ook zijn formaat niet, waardoor ik twijfelde of ik wel een vogeltje zag en niet een hommel. In mijn droom kon ik hem niet zo snel vinden in de vogelencyclopedie die ik uit de kast trok. Niet mijn eigen vogelboek, want ik was niet thuis, en ik kon dan ook niet snel wijs worden uit het boek – vandaar dat ik in mijn droom het vogeltje niet zo snel kon identificeren. Bovendien kwam toen die beer op de proppen, waardoor ik me razendsnel uit de voeten moest maken. Vervolgens zat broer 2 aan mijn kop te zeuren over iets waar ik volgens hem heen moest en waarmee hij me vreselijk ergerde. Daarvoor had ik mijn moeder al woedend weggestuurd omdat ze door haar aanwezigheid het vogeltje verjaagde. Ze bleef maar zeggen dat ze het beestje niet zag en niet hoorde, en ondertussen stond ze zo dicht op de passiebloem waar hij zich bevond, dat hij zich schuil hield, en praatte ze zoveel en zo hard dat je zijn zachte gezoem niet eens meer kon horen. Vanochtend moest ik natuurlijk wel even uitzoeken of er überhaupt een vogeltje bestaat dat zo klein is als mijn droomexemplaar. En jawel, ongelooflijk maar waar: zonder dat ik ooit van hem heb gehoord, heb ik vannacht in geuren en kleuren gedroomd over de Mellisuga helenae (aka Bee Hummingbird).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten