dinsdag 6 oktober 2009

Schuldig



Borderliners, dat weet iedereen, zijn vreselijke mensen. Ze kunnen van uur tot uur andere eisen stellen, over werkelijk van alles in woede ontsteken en alle energie uit je zuigen. Niet te vertrouwen zijn ze, en ze drammen maar door. Ze liegen, bedriegen, verdraaien, manipuleren. Geen enkele relatie of vriendschap kunnen ze in stand houden, altijd en overal krijgen ze conflicten. Eerst prijzen ze je de hemel in en dan laten ze je vallen als een baksteen. Geen wonder dus dat ik deze zomer een stevige aanvaring had met mijn collega. Allemaal mijn schuld. Toch? Deemoedig boog ik het hoofd toen mijn collega inderdaad haar vinger mijn kant op priemde: Jij! Jij! Jij! Ik had het allemaal gedaan. En ja, dacht ik, laat ik de hand maar in eigen boezem steken. Ik wals ook vast als een olifant door de porseleinkast. En laat ik deze keer niet weglopen, maar het eens wijs en volwassen aanpakken. Dus we praatten het uit. Dacht ik. Maar het lostte niets op. Het wantrouwen was gezaaid. En nu weet ik het niet meer. Ik durf nauwelijks nog iets te zeggen – alles komt verkeerd over, ik zie het aan hoe ze wegduikt achter haar beeldscherm. Ik durf nog nauwelijks iets te zeggen tegen anderen – bang dat zelfs dat bij haar verkeerd overkomt. Ik voel me slecht, ik voel me gemeen, ik voel me ondankbaar, ik voel me oncollegiaal, ik voel me een vreselijk mens. Ik voel me machteloos. Ze deinst achteruit zodra ik een stap in haar richting zet – opnieuw ben ik bereid om desnoods alle schuld op me te nemen. Maar jezus, waarvan dan toch?

Geen opmerkingen: