woensdag 23 september 2009

Zen


"Laag-intensief", zegt L. "Met bètablokkers moet je laag-intensief sporten." De neuroloog kon het niet, maar L. wel: uitleggen wat bètablokkers eigenlijk doen. "Ze houden je hartslag kunstmatig laag en als je je dan gaat inspannen, kan je lichamelijke problemen krijgen." Nou en of. Op vakantie heeft het me een paar keer geërgerd. Omdat ik bij de minst of geringste bezigheid waarbij de snelheid hoger ligt dan wandeltempo, hevig transpirerend, en naar adem snakkend halt moet houden. En omdat die pillen ervoor zorgen dat ik een conditie heb van lik-m'n-vestje. Trager dan me lief is moet ik me voortbewegen. Hetzelfde adviseert ggz-G. me als het gaat om mijn emotionele stabiliteit. Ik kan me dan wel fris & fruitig en uitgerust voelen, toch moet ik maar liever niet van alles willen. Niets is meer tegennatuurlijk dan dat, geloof ik. Dat je niet moe bent en zin hebt om iets te gaan doen, en dat je dan toch jezelf moet tegenhouden en dat je moet gaan bijkomen zonder daar behoefte aan te hebben. Toch heeft G. gelijk: meer dan in tijden van somberte zit ik nu in de gevarenzone. Als ik me gedraag naar hoe ik me voel, ga ik binnen de kortste keren onderuit. Laat ik dan maar twee vliegen in één klap slaan, er zit niets anders op. En dus meet ik mezelf voor het woon-werkverkeer op de fiets de ultieme laag-intensieve zen-attitude aan. Met een sukkelgangetje van hooguit 15 km per uur peddel ik naar en van mijn werk. Links en rechts word ik ingehaald. Eerlijk is eerlijk: ik lijk met dit tempo inderdaad sterk op een bejaarde toerfietser met zo'n lekker zacht schapenwollen dekje over het zadel. Maar er is beslist iets voor te zeggen om zonder een spoor van zweetdruppeltjes mijn werkplek te bereiken. En nog helemaal uitgerust en relaxed ook. Toch. Helemaal echt leuk is het niet.

Geen opmerkingen: