zaterdag 22 augustus 2009

Speculaas


Hypochondrisch ben ik niet aangelegd. Over nare ziektes kan ik me niet echt druk maken. Als het komt, dan komt het en dan zie ik wel weer verder. Maar als ik eenmaal iets heb, dan weet ik zeker dat het nooit meer overgaat. Overigens nadat ik eerst laconiek heb gereageerd. Hoofdpijn, verkouden, griep, keelpijn: het zal wel. Ik geloof er heilig in dat wat je negeert, er ook werkelijk niet is. Totdat ik er niet meer omheen kan - dan keert dus het tij en ben ik ervan overtuigd dat ik het er voortaan voor altijd mee moet doen. Zo ging het ook met de schimmelinfectie in mijn mond. Het is sowieso al een vies woord, schimmelinfectie, dus de moeite van het ontkennen waard, en op één of andere manier ook een hopeloos gênante aandoening. Het voelt alsof je een deurmat in je mond hebt en alles smaakt naar niets. Behalve water, thee en koffie: die dranken leken gezoet te zijn. En tussendoor proefde ik een mengeling van speculaas- en dropsmaak. Toen ik maandag van de dokter een smeerseltje kreeg waarvan ik nu nog steeds moet kokhalzen, dacht ik in een vloek en een zucht van deze ellendige kwaal af te zijn. Toen het gisteren nog niet over was en ik de tweede tube met het gore goedje opende, was ik meerdere huilbuien verder en de wanhoop nabij. Dit gaat nooit meer over. Dit gaat echt nóóit meer over. Maar zie: vandaag is er hoop. Nauwelijks te geloven, maar onmiskenbaar. Het brood dat ik at als lunch smaakte als brood en ik proefde de kaas waarmee ik het belegd had. De appel, de banaan: ook die smaken kloppen. En het softijsje met chocoladesaus was gewoon heerlijk. Het is niet nodig om hals over kop pittige olijven naar binnen te werken om iets anders te proeven dan de smaak die er niet hoort te zijn. Ik ruik een barbecue en het water loopt me in de mond. Dit is absoluut sensationeel. En wat een opluchting.

Geen opmerkingen: