maandag 17 augustus 2009

Minuten


Misschien had ik de dokter beter kunnen vragen om mijn rechterhersenhelft te reanimeren. Want werken is beslist dodelijk voor de creativiteit. Zelfs als ik er erg mijn best op doe om vooral rustig aan te doen en mezelf niet in mijn werk te verliezen, ben ik aan het eind van de dag volslagen murw. De huisarts heeft echter maar 7 minuten per patiënt, dus het is al een klein wonder als je het in die beperkte tijd voor elkaar krijgt om één klacht aan de orde te stellen. Geheel tegen mijn gewoonte in moest ik vanochtend haasten om niet te laat voor die 7 doktersminuten te zijn. Dat had als voordeel dat ik nog geen minuut in de smoezelige wachtkamer met stapels stoffige en kapotgebladerde tijdschriften hoefde te zitten. "Hoe kom je daar nou aan", riep de dokter uit toen ik zei wat ik dacht dat ik had: een mondinfectie. "Kan niet", zei ze beslist nadat ik had verteld hoe het volgens mij was veroorzaakt: een voortdurend droge mond door de combinatie van medicijnen. Maar ze wilde best even kijken. Na een worsteling met de luxaflex die niet dicht wilde en een lamp die niet het niet deed moest ze constateren dat ik gelijk had. Ze snapte niet helemaal waarom ik haar ook nog in mijn oor liet kijken – ik liet nu maar even achterwege wat ik had gelezen op internet. Ze scheen braaf met een lichtje in mijn oorschelp en zei dat het goed was. "Ik stuur een recept naar de apotheek", murmelde ze. "Ik weet niet of die al open is hoor. Je moet maar even langs fietsen." Dat betekent: wegwezen, de tijd is om. Je moet het vocabulaire even doorkrijgen. Over het rommelige, met paperassen en instrumenten volgestouwde bureau heen gaf ze me een hand. "Als je nog eens wat hebt, dan ben je welkom."

Geen opmerkingen: