maandag 6 juli 2009

Toneel


Hoe lang blijft dat befaamde kind in jezelf hopen dat het toch nog eens allemaal anders zal worden? Hoe vaak moet je het deksel op je neus krijgen om te onthouden dat het is zoals het is? Kijk, het gevoel hebben dat je er niet toe doet en aan den lijve ondervinden dat je er niet toe doet - daar zit toch een wereld van verschil tussen. Natuurlijk is er nooit met zoveel woorden gezegd dat ik slechts een plaats in de marge in nam (and still do) in het leven van mijn ouders. Maar lichaamstaal liegt niet. Mijn moeder hoefde mij niet te vertellen dat ik verdomme eens moest opsodemieteren, wèg, uit de buurt. Haar rechte rug, haar gespannen schouders en haar strakke mond vertelden mij genoeg. Idem wat mijn vader betreft, die zichzelf onzichtbaar maakte achter zijn krant, onbenaderbaar was terwijl hij toonladders uit de piano ramde of zich verschool in zijn werkkamer. Ik zou niet durven zeggen of ze me ooit bij mijn naam hebben genoemd. Ik was een bijproduct van een slecht huwelijk. Dat heb ik allemaal altijd al geweten. En toch ben ik altijd blijven hopen. Altijd blijven hopen dat ik me toch vergis. Dat ik het allemaal verzin. Dat ik al die tijd in een nare droom zit. Op een dag word ik wakker en is alles anders. Of was ik echt een meisje om niet van te houden? En ben ik nu een vrouw, een dochter, om te negeren? Begin juni gingen mijn ouders op vakantie. Het is dat ik de buurvrouw moest vervangen om op het huis te passen. Anders had ik alleen maar, een week voor hun vertrek, de e-mail van mijn vader gehad. Sindsdien heb ik ze niet gesproken. Naar hen bellen had geen zin, want hun telefoons stonden niet aan en mochten alleen dienst doen in geval van nood. Of om mijn moeder te citeren, een aantal jaren geleden: "Wij willen ook wel eens vakantie van jou." Gisteren vroeg ik me af wanneer ze zouden terugkomen. Op 7 juli, zat in mijn hoofd. Fout. Bijna een week zijn ze alweer thuis - zegt het mailtje. Ik weet het, het is zo ongelooflijk dom van mij om nog steeds te hopen dat het eens allemaal anders wordt. Dat ik er wel toe doe, voor hen. Als ik mijn ouders zie dan doen ze alsof ik meer ben dan een vage figurant. Maar lichaamstaal liegt dus niet. Ooit hadden ze de belangrijkste rollen in mijn leven. Zij hebben het nooit nodig gevonden om zich met mij bezig te houden.
Vandaag is mijn moeder jarig.
Geef me één goede reden om haar te bellen.

Geen opmerkingen: