zaterdag 18 juli 2009

Geduld


Inmiddels lopen ze door elkaar heen en lijken ze met elkaar verweven te zijn: het gesprek met de psychiater dat me het gevoel gaf van een sollicitatiegesprek, en het gesprek met A. dat uitliep op ruzie. In beide gevallen is het laatste woord nog niet gesproken. In beide gevallen heb ik mijn uiterste best gedaan om de boel in goede banen te leiden. In beide gevallen geloof ik dat ik nu alleen nog maar kan afwachten. Wat ik bijzonder moeilijk vind, omdat in beide gevallen zoveel op het spel lijkt te staan. De psych besloot het gesprek met de vraag: "Wat vond je van dit gesprek?" Zo'n gemene instinker bij sollicitatiegesprekken is dat. Wat voor antwoord geef je op zo'n vraag? Er hing geen baan af van het gesprek met de psych. Maar wel iets anders dat voor mij bijna van levensbelang is: echte therapie. Niet langer alleen maar mezelf koest houden en alle pijn, woede, verdriet en herinneringen over vroeger opkroppen tot ik barst. Zoals ik als kind altijd 'mijn bek' moest houden en ik mezelf moest reduceren tot een onzichtbaar en onhoorbaar gezinslid. "Ik weet niet of ík hier wel tegen kan", zei J. op een dag, toen ik erg moest huilen tijdens een sessie. Sindsdien lijk ik ook in therapieland niet meer echt te mogen bestaan. De psych is de eerste die dit heeft begrepen, blijkt als ik met een dun stemmetje zeg dat ik denk dat het misschien wel een goed gesprek was. Of het ook effect heeft - dat hoor ik maandag pas. Voor het vervolg van het gesprek met A. moet ik wachten tot dinsdag. Redden wat er te redden valt, is het zinnetje dat steeds door mijn hoofd speelt. Maar hoe? Op het eerste gezicht lijken onze ideeën over de te volgen strategie in het werk te verschillen - maar daar is niks mis mee, dat kan prima samengaan. Het zit dieper, in elk geval bij A.: ze voelt zich door mij in de steek gelaten omdat ik geen last heb van een probleem dat is ontstaan lang voordat ik me met dit werk ben gaan bezighouden. Tja. Ze heeft al vaak verteld wat er gebeurd is, maar het lukt me maar niet om me er belast door te voelen. Wat werk betreft ben ik altijd uiterst pragmatisch geweest: houd je niet bezig met wat je niet kan beïnvloeden. Accept and commit. Het is maar werk. Ik wil er geen ruzie meer over - maar vraag me niet om last te hebben van iets dat ik niet heb meegemaakt. Ik heb al genoeg te stellen met wat ik wél heb meegemaakt. Ik ben bang dat ik al mijn accept-and-commitvermogens nodig zal hebben als ik maandag nul op rekest krijg.

Geen opmerkingen: