zondag 7 juni 2009

Tring


Vanaf pak 'm beet mijn 13e verdwenen mijn ouders één, twee keer per jaar een weekend. Broer 1 en 2 en ik bleven thuis achter zonder enig benul waar de ouwelui uithingen. Wij vonden dat de gewoonste zaak van de wereld. Ik miste ze niet en broer 1 en 2 verdwenen bij voorkeur ook, als er toch niemand was om daar een stokje voor te steken. Toen ik op mijn 17e alleen door Zweden reisde, steeds enkele dagen verblijvend bij "penvriendinnen" (kennen pubers van nu dat woord nog?), waren het de ouders van die meisjes die me erop attendeerden dat ik wel naar huis mocht bellen - ik begreep dat dit gebruikelijk was en volgde de suggestie netjes op. Van de drie telefoontjes ving ik twee keer bot. Achteraf bleken mijn ouders op vakantie te zijn, waarschijnlijk in Frankrijk. Daar waren ze ook toen vier jaar later mijn grootmoeder overleed. We hadden geen idee wanneer ze zouden terugkomen - broer 1 noemde een andere dag dan broer 2 die een andere dag noemde dan ik. En we hadden geen flauw idee waar ze zaten. Ze zouden een beetje rondtrekken. Ze zouden zeker niet bellen. Dat deden ze nooit. Heel toevallig - ze hadden het zelf ook niet voorzien - kwamen ze de avond voor de crematie thuis. "Goh, wat gezellig dat jullie hier allemaal zijn", zei mijn moeder, zonder acht te slaan op onze treurige gezichten. Het veranderde niets aan hun wijze van vakantie houden: vakantie = verdwijnen. Ook toen ze een jaar of negen geleden door het Spaanse binnenland een wekenlange trektocht te voet maakten waren ze onbereikbaar. Een mobiele telefoon was toen nog in hun ogen een verachtelijk attribuut. Twee wereldvreemde, onhandige en slechtziende bijna 70-jarige mensjes - soms belden ze toch, als ze muntjes hadden voor een telefooncel. Je wist nooit of dat de laatste keer was. Wel had ik vooraf een mailtje gekregen met de naam en het adres van hun notaris. Voor het testament. Later verklaarde mijn moeder dat zij als ouders - voorzover ze dat nog waren, het ouderschap stopt als de kinderen meerderjarig zijn, was haar mening - ook recht op privacy hebben. Dat ze ook weleens van niets en niemand last wilden hebben. Dat ze weleens rust aan hun hoofd wilden.
Over een dag of vier gaan ze weer op pad, mijn ouders. Een week of drie naar Frankrijk. Ze hebben alvast gemaild. Drie mobiele telefoons hebben ze inmiddels. Twee ervan gaan mee. Eén zullen ze 's avonds af en toe inschakelen, lees ik. Don't call us. And we won't call you either.

Geen opmerkingen: