donderdag 25 juni 2009

Taak


Of ik op het huis van mijn ouders wil letten, de komende drie dagen. Het leek een vraag die mijn vader twee weken geleden stelde, maar niet een vraag waarop nee één van de antwoordmogelijkheden was. Ik hoefde alleen maar langs te rijden, en kijken of er geen ramen ingeslagen waren of deuren open gebroken. Vooruit dan maar. Dinsdagavond belde hun buurvrouw. "Om even te zeggen dat ik weg ben hoor!" Een paar dagen naar haar dochter, dat was me bekend, vandaar het bevel van mijn vader. Maar dat het ineens om vijf dagen gaat in plaats van drie verandert de opdracht drastisch. Vooral als de buurvrouw er aan toevoegt dat de passiebloem dringend water nodig heeft deze dagen. En dat de vetplanten binnen altijd op zondag water krijgen. Obstinaat riep ik gisteren nog dat ik Echt Niet van plan was om een dag eerder dan vrijdag mijn taken te vervullen. Dat ik zelfs pas Op Zijn Vroegst zaterdagmiddag eens een kijkje zou nemen. Misschien wel zondag pas, wat denken ze wel! Maarja. Vanmiddag bedacht ik dat als ik vandaag al zou gaan, ik er morgen geen rekening mee hoef te houden. Dat ik pas zondag weer hoef te gaan. Dat het dus eigenlijk heel slim is om nu de auto te pakken en op pad te gaan. De auto heeft twee dagen in de volle zon staan bakken en ik zit nog niet of het zweet gutst over mijn gezicht. Hond ziet de lol nog wel in van het ritje. "Oké Hond, tot de rotonde en terug", vertel ik haar. Weet zij veel, hebben we toch even iets leuks gedaan. Bij de rotonde besluit ik om nog maar wat door te rijden. Nu we toch bezig zijn - en straks zal de airco echt verkoeling brengen, let maar op. Er doemt een file op. "Weet je wat Hond? We gaan bij de stoplichten naar rechts en terug naar huis." Dan is het helemaal niet druk meer, en trouwens, eigenlijk zijn we al halverwege. Hond zit verhit in mijn nek te hijgen. "Wil je daar lekker in de sloot? Jij gaat gewoon lekker in de sloot en dan gaan we terug." De sloot bij het huis van mijn ouders is echter niet meer te zien. Hoge rietstengels staan langs de kant - ik kan alleen maar gissen dat daarachter nog iets van water is. "Dan krijg je binnen wel iets te drinken", beloof ik Hond. In huis is het bedompt en stoffig als altijd. Ik pak de post van de deurmat en ik drentel wat rond, terwijl Hond haar dorst lest. "En die planten doe ik niet", zeg ik, ineens weer recalcitrant, tegen Hond. Heel ontzettend snel weg wil ik, het vliegt me enorm aan, dat huis, die volgestouwde ruimte, die ouwe troep, de geur van mijn ouders, de herinneringen aan vroeger. Tevreden nestelt Hond zich op de hoedenplank.

Geen opmerkingen: