woensdag 10 juni 2009

Emmertje


Telefoon. Achterdochtig tuur ik op het scherm: het zal toch niet weer mijn moeder zijn. Twee keer heeft ze al gebeld. De eerste keer zat ik bij ggz-G. en stond het geluid van mijn telefoon uit. De tweede keer was ik net klaar bij G. en helemaal niet in de stemming om mijn moeder te woord te staan. Maar ik kan opgelucht "Dag oma!" in de hoorn tetteren. Verbluft door mijn enthousiasme antwoordt ze: "Met tante S." en onmiddellijk corrigeert ze zichzelf: "Met mevrouw K." en dan moet ze eerst minutenlang lachen voordat ze kan uitbrengen: "Meisje, met oma". De tuinman is geweest, vertelt ze. Voor het eerst en hij had grijs haar. Ze heeft niet met hem gepraat maar ze heeft hem wel twee keer een glas water gegeven en twee keer limonade. "Want het was heet." En haar buurvrouw ligt in het ziekenhuis want die is van de trap gevallen en nu heeft ze haar rechterarm en haar rechterhand gebroken. Oma doet handschoenen aan, als ze naar de schuur loopt, zegt ze. Want als ze valt dan liggen haar handen zó open. Vandaar. "Ja, kind, die dingen verzin ik dus." En in de tuin doet ze dat ook. Hoewel ze niet veel meer kan in de tuin, want ze valt zo op haar bips. Alleen waar ze bij kan als ze op de rollator zit, die dingen doet ze nog. "Als ik mijn rechterarm zou breken", zegt oma, "dan kan ik niets meer zelf." En nu haar buurvrouw in het ziekenhuis ligt, had ze zich afgevraagd hoe het zou moeten, als ze haar rechterarm zou breken. Als je naar de wc moet bijvoorbeeld. "Maar daar heb ik iets op bedacht", zegt oma triomfantelijk. Ze zou elke dag een emmertje schoon water en een rol keukenpapier in de wc zetten. En daarmee zou ze dan toch haar bips af kunnen doen zonder vieze handen te krijgen. "Ja, kind, zo zou ik dat doen", zegt oma. "Ik denk daar over na hoor, over die dingen." En ondertussen ligt haar buurvrouw nog steeds in het ziekenhuis met allerlei ijzeren pinnen in haar hand en in haar arm. Want ze is bij haar dochter van de trap gevallen. "Wat doe je dan ook bij je dochter op de eerste verdieping?" zegt oma verontwaardigd. "Als je gewoon een dagje bij je dochter op bezoek bent, dan heb je daar niets te zoeken, op de eerste verdieping." Een ongeluk zit immers in een klein hoekje. Zeker als je bij dochter op bezoek gaat en je gaat naar de eerste verdieping terwijl dat nergens voor nodig is. Ze heeft de buurvrouw opgebeld, in het ziekenhuis. Het was plotseling gaan onweren, had de buurvrouw uitgelegd. En terwijl haar dochter de was ging binnenhalen, was zij naar boven gegaan om de ramen dicht te doen. En zo was het gebeurd. Dat vond oma wel een plausibele verklaring. En ik denk dat ze toen de tip van het emmertje en de keukenrol uit de doeken heeft gedaan voor de buurvrouw.

Geen opmerkingen: