vrijdag 15 mei 2009

Loslaten


Ze versperren het hele fietspad, de jongens, door met z'n drieën naast elkaar te rijden. Baggy jeans tot halverwege hun kont afgezakt, onderuithangend op hun opoefiets, en nog traag fietsend ook. Ik bel om er langs te kunnen gaan. Alledrie draaien ze hun hoofd om, kijken me schaapachtig aan, en geven geen sjoege. "Kom op, jongens", zeg ik, "even indikken." Ik heb geen haast, maar ook geen zin om met hun slome tempo achter ze te blijven hangen. "Rustig aan hoor mevrouw", zegt de jongen die het meest links fietst, terwijl hij toch een beetje ruimte maakt. "Het komt allemaal echt wel goed." Het is niet alleen die bijdehante opmerking waardoor ik breed glimlach. Het is ook door voorzichtige tevredenheid over mezelf. Tot voor kort zou ik me groen en geel geërgerd hebben aan dit soort scholieren. En die uitspraak zou me zo woedend hebben gemaakt dat ik er op los had kunnen slaan. Dus inderdaad, rustig aan en het komt heus wel goed. En dan hoor ik op mijn werk dat een collega een poging tot zelfmoord heeft gedaan. Godverdomme. Amper vier weken geleden heb ik tijdens een borrel nog grappen met hem zitten maken. Ik had geen idee. En hij zelf misschien ook niet. "Je kunt je niet voorstellen dat iemand zover komt, hè", peinst A., die me het nieuws vertelt. Was dat maar waar. Ik ben bang dat ik me tamelijk goed kan voorstellen hoe hij zich heeft gevoeld. En dat is een heel ellendig gevoel - zacht uitgedrukt. Pfoe. Het laat me niet los. Het laat me helemaal niet los. "Rustig maar aan, mevrouwtje", zeg ik daarom af en toe tegen mezelf. "Rustig aan maar. Het komt echt allemaal wel goed."

Geen opmerkingen: