zaterdag 2 mei 2009

Crisis


"MarsMania! Ik denk dat de kat bij de vogels is!" Op slag ben ik klaarwakker. Inderdaad roepen de mezen hun alarmsignaal. In een grote sprong ben ik uit bed en sta ik voor het raam. Ik ben heel goed in crisissituaties - zolang de crisis niet in mij zit. Een keer, nog in het oude huis, werden K. en ik tegelijkertijd midden in de nacht wakker. Brand. Of in elk geval: brandlucht. Heel sterke brandlucht. Buiten. En binnen. Ik zag de paniek in de ogen van K., en ik zag dat ze erdoor verlamd was. Zolang de brand dichtbij leek, om niet te zeggen ergens in ons huis of anders bij de buren misschien, was het toch echt nodig om te handelen. "Trek iets aan!" commandeerde ik. "En doe Hond aan de riem." Zelf schoot ik in een trainingsbroek en een trui, en ik greep onze paspoorten en de map met alle papieren van het huis. Sommige dingen die je heel koelbloedig doet en die op dat moment volstrekt vanzelfsprekend lijken, zijn achteraf toch een beetje mal. "Haal de voordeur van het slot!" riep ik tegen de K. die met Hond in de gang stond. Het inentingsboekje van Hond had ik inmiddels ook gevonden. Ondertussen checkte ik de zolder en de kamers - nergens vuur te zien, nergens geknetter van vlammen te horen. Het bleek loos alarm; de wind voerde de lucht aan van een brandende schuur. De kat lijkt ook loos alarm te zijn. Dat wil zeggen: op dit moment voor mijn koolmezen. Kat zit wel verdacht dichtbij de nestkast van de pimpelmezen in de tuin van buurman T. En pasgeleden zat hij praktisch op de nestkast van meneer en mevrouw Koolmees. "Je waagt het niet, mormel", mompel ik, en ik schud mijn vuist naar Kat. Eigenlijk vind ik Kat lief. En zielig, want hij zit altijd eindeloos bij de achterburen voor de deur te wachten of hij naar binnen mag - en dat mag hij niet. Bovendien zou Kat met zijn zwartwitte vacht een leuk setje vormen met Hond. Maar voorlopig betekent Kat crisis, en staan we op voet van oorlog. "Ksssjjt! Opdonderen!"

Geen opmerkingen: