zondag 26 april 2009

Damesloopje


Nadat de wekker is afgegaan is het nodig dat ik nog drie kwartier halfslapend in bed blijf liggen om het gevoel te krijgen dat ik in staat ben om zelfs maar een kilometer te wandelen. Het weer geeft vooral aanleiding om achter de naaimachine of met een boek weg te kruipen in plaats van de gezonde buitenlucht op te zoeken. In de zak van mijn jas vind ik de entreekaartjes van een archeologische bezienswaardigheid op Gran Canaria. Toen we op die plek waren voelde ik me al behoorlijk van de wereld. Ik had last van hoogtevrees, wat ik normaal niet heb, en ik liep na het bezoek naar de verkeerde auto. Dit is geen goed begin van wat voor een dag dan ook. Maar als ik in de stad groepjes vrouwen zie op wandelschoenen, met rugzakjes en in outdoorjacks krijg ik een blij en opgewonden gevoel. Zoals vroeger als ik naar hardloopwedstrijden ging. Alsof je op pad gaat voor een geheime missie - onzin natuurlijk. Toch is het een fascinerend idee dat uit allerlei windrichtingen vrouwen naar dezelfde plek komen met hetzelfde plan als ik. En dat in de uren die ik onderweg zal zijn, andere mensen zich druk maken over welk shirt of welke schoenen ze zullen kopen en geen idee hebben wat zich in hun nabije omgeving afspeelt. Eerlijk gezegd was ik me er ook niet meer van bewust dat het zo dichtbij zo mooi is, zelfs terwijl het nog steeds gestaag regent en ik het af en toe gewoon koud heb. Reden genoeg om me onder mijn capuchon te verschuilen en de neuzen van mijn schoenen te bestuderen. Maar door alle vogelgeluiden overal, geuren van bloemen en niet in de laatste plaats het gezelschap van P., L. en C. heb ik daar geen moment behoefte aan. Anders dan bij hardloopwedstrijden heb ik geen idee van de tijd, van hoe lang we onderweg zijn en hoeveel kilometer we nog voor de boeg hebben. Het doet er niet toe. Zolang ik in het groen mag rondsjouwen, kijkend naar ganzen met hun jongen, gedag zeggend tegen nieuwsgierige jonge koeien en zigzaggend langs hun vlaaien, vind ik alles goed. Op hemelsbreed nog geen twee kilometer van huis ontdekken we een buizerd en een rietgors, zien we een zwaluw en horen we een koekoek. Laat mij maar lopen.

Geen opmerkingen: