vrijdag 17 april 2009

Bezorgd


Bij mijn vroege ochtendroutine hoort een vast drie-eenheid: pilletjes, ontbijtje, krantje. Het gebeurt zeer zelden dat de krant er niet op de vaste tijd is; na 6.00 uur maar ruim voor 6.30 uur. Als de krant er een keertje niet is, en dat is hooguit drie keer per jaar, dan is dat vervelend, maar geen halszaak. Gewoon een kwestie van afwachten en het moet echt wel raar lopen als de bezorger niet alsnog binnen een uur langskomt. Onze bezorger is een mannetje van onbestemde leeftijd. Hij kan dik in de 60 zijn, misschien wel begin 70, maar voor hetzelfde geld scheelt hij nog geen tien jaar met mij. Zomer en winter draagt hij een beige jas, zo één met veel zakken en een capuchon die je bij de legerdump kan kopen. Hij tuft rond op een brommertje, leesbrilletje op zijn neus, en op het stuur een houder met een adressenlijst. Als ik hem wel eens zie aankomen, dan zie ik dat hij vanzelf stopt bij ons huis, en toch altijd de adressenlijst even checkt. Grote zorgvuldigheid of bang voor vergissingen. Of gewoonte. Als ik de bezorger tegenkom als ik Hond uitlaat, en hem gedag zeg, dan lijkt het alsof hij niets ziet en niets hoort. Hij kijkt niet op of om en gaat helemaal op in zijn bezorgtaken. Als deze zo zorgvuldige en voorspelbare man die doodenkele keer zijn plichten verzuimt en ook niet voor 7.00 uur alsnog komt opdagen, dan ben ik dus heel even geërgerd door het ontbreken van een deel van mijn routine. Maar meer dan dat ben ik bezorgd over het mannetje. Waar is hij? Hij heeft toch niet, verdiept in zijn adressenlijst, een aanrijding gehad? Is hij ziek? Dan toch niet ernstig ziek? Is hij toch ouder dan ik dacht en overleden? Als de krant om 7.00 uur niet is bezorgd, mag je bellen naar de bezorgservice. Maar om dat nou direct te doen voor die enkele keer - eerst het nieuws op tv maar even aan. Het ligt vast aan de krant. Heel belangrijk nieuws dat op het laatst nog verwerkt moest worden. Teletekst aan voor de files: de vrachtwagen met kranten is natuurlijk van de weg geraakt met alle denkbare gevolgen. Als dat allemaal niets oplevert, mag ik bellen. "Om u beter van dienst te zijn, werken we met een keuzemenu." Keuze 1 moet ik hebben: bezorgklachten - sorry krantenmannetje, ik klaag niet over u hoor, maar er is geen keuze bezorgerzorgen. "Onze service werkt met een computer die reageert op spraakherkenning." Zo rustig en vriendelijk mogelijk noem ik de gegevens die ze vragen. Ik wil niet klinken als zo'n irritante azijnpisser die klaagt over elke schrijffout in de krant en die de bezorger met een stopwatch opwacht. "Door omstandigheden is de levering van de krant in uw regio vertraagd." Een opgeluchte zucht. Alles goed.

Geen opmerkingen: