woensdag 11 maart 2009

Zoet


Hier thuis merk ik pas echt dat het niet goed gaat. "Wat heb je dan", vraagt A. Ik bel haar om te vertellen dat ze niet langer bij ons de post van de deurmat hoeft te halen. "Ben je angstig?" Snel beaam ik het. "Jaja, angstig, dat klopt." Het is een snelle en efficiƫnte verklaring, denk ik. Eentje waarbij iedereen zich vast wel iets kan voorstellen. En uiteindelijk maakt het me ook wel angstig, dus onwaar is het niet. Maar wat ik heb is ingewikkelder om uit te leggen. Ik ben hier wel maar ik ben hier niet. Ik ben wakker, maar ik voel me alsof ik aan het slaapwandelen ben. Ik zou mezelf in mijn arm willen knijpen, of koud water in mijn gezicht willen gooien, of een tik tegen mijn eigen wang geven. Zoals je kan doen bij iemand die droomt. Maar het zou niet helpen. In zo'n zelfde toestand als nu heb ik eens een konijn met een bril op in een weiland gezien. Herkende ik een keer K. niet meer en wist ik niet waar ik was. Stonden er woorden op de borden boven de weg die ik niet begreep, plaatsnamen die ik niet kon lezen. Dacht ik dat ons huis een vakantiehuisje was. Rook ik een nare chemische lucht op de wc op werk die niemand anders opmerkte. Ze hebben er in de psychiatrie allemaal prachtige termen voor. En pillen ertegen, ongetwijfeld. "Eet iets zoets", was het advies van J. in situaties als deze. Een half doosje dadels - en dan nu back to reality graag.

Geen opmerkingen: