dinsdag 24 maart 2009

Sokken


Mijn sokken heb ik binnenstebuiten aan. Allebei. Ik ontdek het als ik op de onderzoeksbank van de co-assistente zit. Al weken stond de afspraak op de hoofdpijnpoli als een vlaggetje te wapperen in mijn hoofd. Ik had kunnen bedenken dat het onderzoek zich niet zou beperken tot volledig gekleed vragen beantwoorden. Tjonge jonge. Ik had er even bij stil moeten staan toen ik vanochtend mijn sokken aantrok. Gelukkig vat de co-assistente met de hoogrode konen en de steeds nerveus knijpende ogen het luchtig op. Ze moeten toch uit, de sokken, anders kan ik niet veilig heen en weer hinkelen in het kader van allerlei testen. Terwijl ik me weer mag aankleden, nu zonder iets verkeerd om aan te trekken, gaat ze de resultaten met de arts bespreken. Ik blijf alleen achter in het kamertje en het valt me op hoe stoffig het er is. Het is maar goed dat het niet de afdeling voor longziekten is. Samen met de arts komt de nog altijd knalrode co-assistente terug. Zo te horen aan de woordkeus en haar hyperopgewekte toon, heeft de arts voorheen met kleuters of met demente bejaarden gewerkt. Bijna had ze me ervan willen beschuldigen dat al die hoofdpijn mijn eigen schuld is, roept ze vrolijk. Maar na overleg met de professor heeft ze toch een ander idee gekregen. Ze gaat me pillen voorschrijven. "Vindt u dat fijn?" Braaf knik ik van ja, ook al vind ik pillen helemaal niet fijn. Nog even en ik moet zo'n speciale doos om de hele boel netjes per dag te rangschikken. Ze beloven me echter dat ik dan nog maar twee keer per maand hoofdpijn zal hebben. Hooguit. "Daar doen we het voor, toch?" Ja, daar doen we het voor. Pas als ik weer op de fiets zit, bedenk ik dat ik toch nog een vraag had. Of ze voortaan iets rustiger wil praten. Ik kreeg er namelijk een beetje hoofdpijn van.

Geen opmerkingen: