zaterdag 7 februari 2009

Wee


Een jaar of tien geleden zou ik een weekend met mijn moeder gaan wandelen. Maar daags ervoor had ik een enorme migraineaanval - waarbij vergeleken de hoofdpijn van deze week absoluut peanuts was. Het was niet erg waarschijnlijk dat ik op tijd op de been zou zijn. Er zat dus niets anders op dan met mijn van pijn uit elkaar barstende hoofd mijn moeder te bellen om de hele zaak op losse schroeven te zetten. "Hm", was het enige dat moederlief daarop zei. Daarna volgde een hele lange stilte, die me duidelijk maakte dat ik hoe dan ook met haar op pad moest gaan, al zou ik halfdood zijn. Blijkbaar is dat nu eenmaal de onuitgesproken regel. Andersom geldt die regel niet: moeders hoeven zich niet te voegen naar hun dochters. Er was een vrouwengezondheidscentrum opgericht en met mijn moeder zou ik naar de feestelijke opening gaan. Ik ben gewend dat mijn ouders altijd te laat komen, maar toen mijn moeder een half uur na de afgesproken tijd nog in geen velden of wegen te bekennen was, belde ik maar eens op. Ik kreeg mijn vader aan de telefoon. "Je moeder is ziek", snauwde hij. Alsof het mijn schuld was. En alsof het volslagen overbodig was om me dat te laten weten. Inmiddels vind ik het zelf overbodig om mijn ouders van mijn wel en wee op de hoogte te stellen. Vooral mijn wee laat ik zoveel mogelijk buiten beschouwing. Het is dan ook tamelijk onhandig dat mijn moeder precies tijdens de recentste hoofdpijndagen opbelde. Ik ontdekte dat pas later - op de voicemail van mijn mobiel hoor ik haar klagen: "Ze neemt niet eens op, ik krijg dat antwoordding, nou, dan bel ik dat andere nummer maar." Inderdaad staat ze ook op het antwoordapparaat van de vaste lijn. Terugbellen heb ik nog niet gedaan.

Geen opmerkingen: