donderdag 12 februari 2009

Brief


Geachte weledelgestrenge en tevens weledelgeleerde mijnheer of mevrouw meester doctorandus van de hoofdpijnpoli,


Allereerst mijn nederige verontschuldigingen dat ik u misschien niet op de juiste manier aanspreek; ik heb slechts een miezerig HBO-diplomaatje en weet dus wat minder dan u. Wat trouwens niet wegneemt dat ik toch slimmer kan zijn of leuker of prettiger in de omgang. Hoe dan ook, mijn moeder heeft er altijd op aangedrongen dat ik mensen met titels op de juiste manier aanspreek. Vooral trilde ze van angst als ik een briefje schreef aan mijn oom J. met op de envelop slechts: Aan meneer J. Dat moest zijn: Aan de weledelzeergeleerde en weledelgestrenge professor ir. mijnheer J. Ontzettend brede enveloppen had je daarvoor nodig. Goed. Naar de kern van de zaak. Binnenkort mag ik u in levende weledelgeleerde lijve ontmoeten op de hoofdpijnpoli. En graag wil ik u vragen of u enige aandacht kunt besteden aan het normen en waardenhoekje in mijn hoofd. Dat hoekje is niet in orde. Op dit moment, bijvoorbeeld, loopt mijn vader er briesend en razend stampvoetend rond. Hij vindt het absoluut geen stijl dat ik, zwak en laf als ik ben, de yogalessen heb afgezegd. “Je moet sporten!” schreeuwt hij. “Dat hoort! En jij maakt ook nooit iets af!” Misschien mag ik u er even op wijzen dat hij zelf vroeger nooit sportte en nu al jarenlang zonder plezier naar fitness gaat – omdat het moet, omdat hij anders de wandelvakanties niet kan volhouden, en die moeten ook. Wat mijn yoga betreft, geachte meneer of mevrouw hoofdpijnpolidokter, ik vond het best leuk, maar het kostte me teveel – teveel tijd, teveel hoofdpijn, teveel het moet-stress. En toch voel ik me schuldig, door die vader die me zo lastig valt. En die man duikt voortdurend op, weet u, en ook mijn moeder kan er wat van. Ze hebben verdorie al 23 jaar niets meer over mij te vertellen en toch plegen ze telkens weer huisvredebreuk in mijn hoofd. Lieve meester doctorandus, neemt u alstublieft de gereedschappen mee om korte metten te maken met die lui.


Bij voorbaat mijn hartelijke dank.


Hoogachtend,

Marsmania

Geen opmerkingen: