maandag 2 februari 2009

02-02-02

Foto: De bedreigde zwaan van Jan Asselijn (ca. 1652)

Op het moment dat Máxima de meest besproken traan van Nederland wegpinkte op de klanken van Carel Kraayenhofs bandoneon, arriveerde Hond in mijn leven. Zeven maanden oud en, zo bleek al snel, met de nodige krassen op haar zieltje. Met dank aan de drie bazen die ze in haar prille leventje al had gehad, en die haar geen goed hadden gedaan. De mevrouw van de Hondenherplaatsingsdienst adviseerde ons om Hond een nieuwe naam te geven. Daarmee zou het voor Hond duidelijker zijn dat er een nieuw leven begon. Natuurlijk lag Máxima voor de hand. En hoewel ze zich hier de prinses in huis waant, zou die naam niet passend zijn geweest. Zoek je het in de koninklijke hoek, dan had het Bernard moeten zijn. Hond is namelijk gek op jagen. Wat één van de redenen is waarom ze absoluut niet kan loslopen. De laatste keer dat ik dat toch nog eens probeerde, wist ik zeker dat ik haar nooit meer terug zou zien. Ik liet haar los langs een stille dijk, voorbij de schapenwei, want je moet de kat niet op het spek binden. En toch. In no time was Hond de dijk afgestormd, door een sloot heen geploegd en achterin een weiland beland, dat begrensd werd door weer een sloot. De beoogde prooi: een zwaan. Hoe ik ook schreeuwde en fleemde, riep en smeekte, het was aan dovemansoren gericht. De zwaan vloog heen en weer, en in de wei, langs de sloot, rende Hond heen en weer, springend, blaffend. Het kon niet anders of de zwaan zou wegvliegen, verder de weilanden in, dacht ik. Met Hond er achteraan. Dag Hond. Wonder boven wonder gebeurde het niet en bleek de strategie van de zwaan te zijn om Hond daar ter plekke uit te putten. Ondertussen was ik het weiland in gerend, struikelend over dikke klompen modder. Als Hond niet naar mij komt, dan moet ik maar naar Hond. Fuck it dat dit pedagogisch niet verantwoord is. Maar Hond was niet van plan zich van haar plannen af te laten brengen. Dus sprong ze in de sloot om zwemmend de zwaan te blijven achtervolgen. Af en toe klom ze op de kant - en ik zag dat het steeds moeizamer ging, dat ze bijna geen kracht meer had, dat ze amper nog haar koppie boven water kon houden. Maar opgeven? Ho maar. Ik trok mijn jas, mijn trui, mijn laarzen, mijn sokken uit: dan moet ik ook maar in de sloot. Wow! Dit was toch echt wel even heel veel interessanter dan een zwaan, moet Hond gedacht hebben, terwijl ik één voet in de sloot liet zakken. Sindsdien is haar speelruimte een meter of vijf. De lengte van een uitrolriem.

Geen opmerkingen: