vrijdag 9 januari 2009

Lessen


Van harte gaat het niet, maar ik moet toegeven dat ik toch wel iets geleerd heb van mijn goede vrienden bij de GGZ. Bijvoorbeeld dat ik het niet pik als je zonder verdere tekst en uitleg een nieuw etiket op mij plakt. En dat ik in blinde woede ontsteek als je me vertelt hoe het met me gaat terwijl je me dat nooit hebt gevraagd. Mijn vader heeft daar ook een handje van. "Met jou gaat het allemaal goed hè?" Ik ga met mijn hakken in het zand als je me gaat vertellen wat het beste voor mij is. Zeker als dat varieert van geen enkele mogelijkheid tot een intensieve groepsbehandeling om te eindigen met iets van begeleiding om zo'n beetje stabiel te blijven. En als daar verder geen overleg over mogelijk is, dan transformeer ik tot zo'n politiehond die de arrestant niet meer wil loslaten. Hallo! Heb ik ook nog iets te vertellen over mijn leven? Het kwetst me als ik niet serieus word genomen - net zoals toen mijn moeder mijn wanhopige teksten in mijn dagboek zag als een puberale poging om schrijfster te worden. Op het invullen van het intakeformulier van de GGZ heb ik zo mijn best gedaan. Ik geloof niet dat meneer de psychiater er een letter van gelezen heeft. Dat doet niet alleen pijn, ik word er ook verrekte agressief van. En heeft iemand daar nou iets van gemerkt, van al die woede en kwaadheid en agressie? Ja. Ik. 's Nachts in mijn nachtmerries. Waarmee ik nog wel een poosje zoet zal zijn. K. Op haar voicemail waar ik voortdurend scheldend en tierend op sta. J. waarschijnlijk, afgelopen woensdag. Maar mijn GGZ-vriendjes? Nee zeg.

Geen opmerkingen: