zondag 25 januari 2009

4


Vandaag is Nationale Tuinvogeltelling 2009. Dus daar zit ik om 9.00 uur in een stoel voor het raam. Met een lijstje van twaalf soorten potentiële gevleugelde bezoekers. Binnen de kortste keren meldt zich een koolmees, gevolgd door twee merels en een kauw. Dat allemaal binnen twee minuten. Het gaat een druk uurtje worden, denk ik. Ik zie mezelf al zitten met hoogrode konen, driftig tellend en aantekeningen makend, en niet eens in de gelegenheid om zo'n vogeltje eens rustig door mijn verrekijker te observeren of er een close-upfoto van te maken. Maar na deze hoopgevende start blijft het stil. Héél stil. Na tien minuten begin ik te draaien op mijn stoel. Hoe vaak kun je constateren dat er knoppen in de hortensia zitten? En je afvragen of het inderdaad het natuurlijke afweersysteem tegen de vorst is, dat de uiteinden van de passieflora er zo pierig bijhangen? Gelukkig is het zonnig en onbewolkt weer. Anders zou de tuin er echt troosteloos uitzien. Daar zou ik dan geen uur naar kunnen kijken. Zelfs nu kost het me al veel moeite. Waar zijn al die halsbandparkieten, pimpelmeesjes, roodborstjes, vinken, mussen, vlaamse gaaien en staartmezen die anders wel pap lusten van het vogelvoer hier in de tuin? Ik zie dat ik hoognodig de ramen moet zemen, zowel binnen als buiten. En in de boom verderop in een andere tuin zitten zes kauwen en twee eksters. Daar heb ik dus niets aan. Zelfs de dikke duif laat het afweten. Ik heb trouwens al weken nauwelijks vogels in de tuin gehad. Onder de broodboom komen bloembolletjes op. Ik kijk er naar met het blote oog, en daarna door mijn kijkertje. En ook nog via het scherm van mijn camera. Dan heb ik het wel weer gezien. Tellen de vliegtuigen, die vandaag in de zon zo goed te zien zijn, mee als vreemde vogels? 10.00 uur. Mijn nobele plicht zit erop. En je zal zien, zodra ik me van het raam losruk, dat al mijn gevederde vriendjes in één keer tevoorschijn komen - kiekeboe!

Geen opmerkingen: