dinsdag 23 december 2008

Woord


Toen ik laatst voor het eerst geconfronteerd werd met het woord persoonlijkheidsstoornis, sloeg ik het wild van me af. Depressief, trauma's, prima, zover was ik zelf ook wel. Maar een stoornis? Een gekte? Een afwijking, een gebrek? Rot op. Toen kwam daar de psychiater over heen met datzelfde woord. En het sloeg in als een bom. Niet eerder ben ik zó geraakt door een diagnose. Persoonlijkheidsstoornis - het woord zoemt om me heen als een irritant insect. Het wil zich wringen in elke zin die ik schrijf. Onhoorbaar volgt het op elk woord dat ik uitspreek. En waarom - ik weet het niet. Het is maar een woord, zeggen zij die er verstand van schijnen te hebben. Ik dacht altijd: als ik maar eenmaal weet wat ik heb, dan kan ik er wat mee, dan heb ik daaraan steun. En niets is minder waar. Nog nooit voelde ik me zo kwetsbaar en zo bloot. Alsof ik betrapt ben op iets dat ik koste wat het kost verborgen wilde houden. Nou jongens, hier is het dan.

Eén voordeel. In van die Idols-achtige programma's roept de jury nogal eens: je hebt geen persoonlijkheid, je straalt geen persoonlijkheid uit. Het is het ergste dat je in zo'n show te horen kan krijgen. Mij kan je daar dus nooit van betichten. Want zonder persoonlijkheid zou ik er ook geen stoornis in kunnen hebben, tenslotte.

Geen opmerkingen: