donderdag 13 november 2008

Spijkers


Nog steeds weet ik het niet zeker. Ben ik bezweken onder het gewicht van de depressie? Had ik toch moeten doorzetten, koste wat het kost? Of is hier sprake van gezond verstand, gecombineerd met het besef dat het naaiclubje, dat ik vorige week heb opgezegd, niet de meest inspirerende plek bleek te zijn. Elke keer als ik achter mijn naaimachine schuif komt de twijfel weer terug. En als ik mijn vinger voor de zoveelste keer prik aan een speld, herinner ik me de eerste opdracht die ik van de juf kreeg. Nadat ze me had toegelaten tot haar selecte gezelschap, vroeg ze of ik iets voor haar wilde doen. Natuurlijk zijn dat dan niet de momenten om eens even lekker met je hakken in het zand te gaan, dus welwillend keek ik haar aan. "Kom jij morgen nog in de stad?" vroeg ze. "Ja", knik ik, "ik werk in de stad." "Wil jij dan voor mij een doosje bruidsspelden halen?" Ik ben bekend met het verhaal van de jongste bediende, die erop uit gestuurd wordt om een plintenladder te halen. Iets zegt me dat ik nu de jongste bediende ben. "Bruidsspelden?" echo ik. Juf lijkt toch echt serieus te zijn. Het zouden hele dunne spelden moeten zijn. De verkoper in de fourniturenwinkel kent het woord niet. Ik koop de fijnste spelden die hij heeft - de prijs komt overeen met het bedrag dat ik mee kreeg. Weken later komt het onderwerp weer ter sprake op de naailes. De juf beweert verontwaardigd dat de spelden van S botte spijkers zijn. Bruidsspelden moet ze hebben. Gelukkig heeft S er ook nooit van gehoord. Juf laat zien wat ze bedoelt. En zegt: "Laatst liet ik iemand bruidsspelden voor me meebrengen. Nou, waar die mee terugkwam! Dat leken ook wel botte spijkers." "Dat was ik, die iemand", zeg ik zonder op te kijken van mijn werk. Er komt geen reactie. Met mijn gezond verstand zit het toch wel goed.

Geen opmerkingen: