vrijdag 28 november 2008

Geluk


"Ziek zijn is geen lolletje." In een slordig hanenpotenhandschrift heb ik dat geschreven naast een foto in het album dat ik als kind samenstelde. Op de foto sta ikzelf, een jaar of acht en ziek in bed. Ik hoef het fotoalbum er niet bij te pakken om het tekstje en het kiekje voor me te zien - overigens is zo'n geheugen waarin elk detail zich onwrikbaar vasthaakt niet alleen maar handig. Ziek zijn is geen lolletje. Toch heb ik aan ziek zijn als kind juist goede herinneringen. Geïsoleerd van de rest van het gezin, veilig opgeborgen in mijn kamer, in mijn bed. Zolang de ziekte duurde, waren beide broers in geen velden of wegen te bekennen. Overdag had ik alleen met mijn moeder te maken, maar ook dat slechts mondjesmaat. Om iets te eten te brengen, om de temperatuur op te nemen, om te zeggen dat ze wegging. Ze leek altijd wel net een tikje bozer, mijn moeder, het leek of ze nog vaker zuchtte, alsof zo'n ziek kind in huis haar maar dwarszat. Mijn vader daarentegen ontpopte zich in deze gevallen als een reuze aardige man. Om te beginnen liet hij me vooral met rust. Zijn gespannenheid bleef netjes beneden in de woonkamer. Tijdelijk was ik bevrijd van angstige momenten. Geen kieteldood, geen brandweergreep - situaties waaruit ik pas bevrijd werd als ik riep: "Genade, heer!" Geen onverwachte woede-uitbarstingen. In plaats daarvan kreeg ik van hem goed gekozen kadootjes. Kartonnen aankleedpoppen waarvoor ik zelf de kledingstukken moest uitknippen, eindeloos plezier had ik daarvan. Legpuzzels. Een grote doos vol kralen. Boeken, prachtige boeken die ik nog heb. De wereld draaide even door zonder mij, de gevaren ketsten af tegen de gesloten slaapkamerdeur. Geen wonder dat ik soms stiekem, 's avonds laat en liefst als het regende, in mijn pyjama en op blote voeten de tuin in liep. Het heeft me nooit zelfs maar een verkoudheidje opgeleverd. Geluk laat zich niet dwingen.

Geen opmerkingen: