dinsdag 11 november 2008

EPD


Meer dan een week al slingert die o zo vriendelijke brief rond in mijn woonkamer. De brief over het EPD. Van Ab Klink. Ab, die fijne man die er ongetwijfeld ook aan bijgedragen heeft dat mijn therapeut er met haar eigen praktijk de brui aan geeft. Ik vond het eerst allemaal wel best eigenlijk, met dat elektronisch patiëntendossier. Het ontbrak me aan energie om me er in te verdiepen. Ik dacht: ik laat het allemaal maar gewoon op z'n beloop. Veel te veel gedoe allemaal. Maar de berichten en de ingezonden brieven in de krant laten me niet met rust. En ik moet steeds weer denken aan een co-assistente van mijn huisarts. In het voorjaar kwam ik bij de co-assistente op het spreekuur. Omdat ze niet zelf durfde te beslissen wat mijn kwaal was, vroeg ze de huisarts erbij. Die liet even op zich wachten - en de co-assistente benutte haar tijd goed om eens lekker uitgebreid mijn dossier door te nemen. Ik zag haar ogen heen en weer gaan over het scherm, ik zag haar af en toe terug scrollen met een frons tussen haar wenkbrauwen, en ik zag hoe ze soms tersluiks naar mij keek. Er staan bijzonder weinig alledaagse kwaaltjes in mijn dossier. Des te meer zaken waarover ze vast één of andere smeuïge casus heeft gepresenteerd aan haar mede-studenten. En hopla, daar was haar diagnose ook ineens: psychosomatisch. Ze had de huisarts er al niet meer bij nodig, ze wist het zelf al. Een paar weken na dit prettige consult ben ik bij de apotheek. "Klopt het dat je van medicijn X een halve tablet gebruikt?" vraagt de apothekersassistente mij. Ik beaam dit. Ze opent haar mond om me nog iets te vragen, maar trekt in plaats daarvan de apotheker aan zijn jasje. Discreet stellen ze zich uit het zicht op. Dat kan echter niet verhinderen dat ik hun gesprek woord voor woord kan volgen. En met mij de andere wachtenden. "Die mevrouw moet van haar psychiater een halve X nemen", hoor ik het meisje met opgewonden stem zeggen. "Maar dat is toch helemaal niet goed!" "Nou, niet goed, niet goed", bromt de apotheker, "het is misschien niet goed, maar het is nou ook niet direct slecht." "Maar er zit helemaal geen breuklijn op die pillen." Het meisje weer. "Dan kan dat toch allemaal niet zomaar?" "Nee, het is misschien beter van niet", bevestigt de apotheker. "Maar joh, dat moet die mevrouw dan maar zelf weten." Het meisje komt terug, werpt nog een blik in de computer. Gelukkig kan ze er geen andere wonderlijke zaken uit halen om uitgebreid en tot vermaak van iedereen met de apotheker of haar collega's te bespreken. Nóg niet. Bij nader inzien, Ab, ga ik toch maar niet in op de avances in je brief. Ik regel zonder jou mijn zaakjes wel. Je was trouwens toch mijn type niet. Waar is het bezwaarformulier?

Geen opmerkingen: