donderdag 16 oktober 2008

Kikker


Zo loop ik nog te wandelen met Hond. Te genieten van het fijne herfstweer. Me te verbazen over een mevrouw die voor een huis op haar vingers staat te fluiten alsof ze bij een popconcert is. En zo bekijk ik de wereld vanuit kikkerperspectief - een op de rug liggende kikker wel te verstaan. Overigens heb ik me wel vaker een kikker gevoeld. Al de eerste dag van de brugklas ben ik gewend geraakt aan deze extra identiteit, toen mijn moeder me voorzag van een groene fiets, een groene schooltas en een groene jurk. Nu lig ik daar op de stoep, terwijl pijn door mijn rechterelleboog en onderrug trekt. Hond is op de vuist met een blonde herenlabrador, een andere dito labrador staat boven mijn gezicht te hijgen. Hond rukte aan de lijn toen de twee loslopende labradors op haar afstormden, en dankzij glibberige herfstbladeren ben ik onderuit gegaan. De fluitende vrouw vraagt: "Gaat het een beetje?" en net als ik mijn mond open doe om antwoord te geven, zie ik dat de vraag niet aan mij is gericht. Samen met het baasje van de labradors, een jongen van een jaar of 17 met een koptelefoon in zijn oren, buigen ze zich over één van de honden. "Is er iets met zijn pootje?" vraagt ze hem. Joehoe! Met mijn pootjes is het ook niet helemaal in orde, denk ik. Met moeite krabbel ik iets overeind, leunend op Hond die naast me is komen zitten. Nieuwsgierige omwonenden zijn hun tuinpad opgelopen en volgen de bestudering van het pootje van de labrador. In Parijs heb ik vijf minuten lang geteld hoeveel mensen zonder op- of om te kijken aan de zwerfster voorbij liepen. Dat waren er meer dan dertig. Een fractie van een seconde, zittende op de koude stoeptegels, denk ik te kunnen voelen wat de zwerfster moet voelen. Ik beweeg voorzichtig. Alle ledematen lijken nog op de juiste manier aan mij bevestigd te zijn. "Wat gebeurde er nou?" vraagt de vrouw, nu wel aan mij. Waar bemoei jij je eigenlijk mee, vraag ik me af, ga toch fluiten. En ik zeg: "Twee honden lopen los, één is aangelijnd, dat gaat niet altijd goed." "Die honden lopen anders altijd los", volgens haar, "en dat gaat bijna altijd wel goed." Reuze fijn, denk ik. Of betekent dit in een taal die ik niet versta: "Sorry dat je bent gevallen door de honden, kan ik iets voor je doen?" De jongen met de koptelefoon heeft nog altijd niets gezegd. "Jij bedankt dat je me even overeind helpt", zeg ik tegen hem, terwijl ik behoedzaam op sta. Hij verstaat mij niet.

Geen opmerkingen: