zondag 26 oktober 2008

Damien

Foto: Fragment van een werk van Patricia Piccinini op de tentoonstelling "We are family" in het Australische Paviljoen tijdens "Dreams and Conflicts", thema van La Biennale di Venezia 2003

Niet alleen heb ik twee nichtjes, hoorde ik vannacht, ik blijk ook een neefje te hebben. Een zoon van mijn oudere broer. "Waarom weet ik daar niks van?" schreeuw ik tegen mijn jongere broer, vader van mijn nichtjes. "Waarom is me dat verdomme nooit verteld?" Het neefje is al 14 jaar en hij heet Damien. Ik krijg een foto te zien. Daar zijn ze: mijn broer, zijn vrouw, mijn neefje tussen hen in. Alledrie kijken ze strak in de lens met hun armen voor hun borst over elkaar geslagen. Boos zien ze eruit. Ik zie duidelijk de gelijkenissen tussen mijn neef en mijn broer. Hoognodig moet ik mijn cavia verschonen. Steeds vergeet ik dat. De cavia vindt zelf zijn kooi al zo vies dat hij er uit springt en de tuin in loopt. Op mijn commando gaat de cavia weer mee naar de voordeur. Een zwartwitte kat dreigt hem aan te vallen, maar plast dan alleen maar over hem heen. Wat smerig, denk ik, ik moet de cavia wassen. Maar de cavia springt zelf al op het aanrecht en in de gootsteen, waarin nog water van de afwas staat. Uitgebreid wast hij zich, hoewel het water te diep voor hem is. Zijn kopje komt er helemaal niet bovenuit. Snel laat ik wat water weglopen. Daarna springt het beest zelf zijn kooi weer in, die ik nog altijd niet verschoond heb. Ik heb er geen tijd meer voor, ik moet me omkleden, er is een etentje met Damien. Ik probeer iets uit te zoeken om aan te trekken; tussendoor moet ik aan mijn broers uitleggen hoe het zit met de poster die ik één van hen heb gegeven. "De poster kostte 7 euro", vertel ik ze. Ze willen er allebei één. Mijn vader hoor ik driftig stampvoetend heen en weer lopen op de overloop. Vanuit de keuken voel ik een hysterische spanning - mijn moeder heeft zich er achter een gesloten deur met haar potten en pannen verschanst. Wat een bende is het in de kamer waar ik me verkleed. En alles wat ik eigenlijk wil aantrekken zit in de was. En ik moet de cavia ook nog eten geven. Iedereen lijkt iets van me te willen. Ik ben blij als het eindelijk ochtend wordt.

Geen opmerkingen: