vrijdag 15 oktober 2010

Etentje


"Toen ik je leerde kennen kon ik helemaal geen contact met je maken", zegt N. terwijl we in het Spaanse restaurant smullen van de calamares fritos, de patatas bravas en de gambas al ajillo. Wat ze zegt verbaast me niets. In het dossier van J. over mij en in dat van de ggz staat over die periode dat het goed met me ging.
Een vrouw die zich meer dan te goed heeft gedaan aan rioja of cerveza wankelt langs ons tafeltje om buiten te gaan roken.
"In die tijd droeg ik bij wijze van spreken een stalen korset dat mijn schouders recht hield en mijn hoofd omhoog", vertel ik. We bestellen een salade met tonijn maar dan zonder tonijn. "En zonder rauwe ui", zegt N. en ik knik instemmend.
"Volgens mij ben ik nu wel zachter", vermoed ik.
"Jawel", bevestigt N. "Maar als ik aan jou en werk denk dan is het toch alsof je op afstand blijft, alsof je jezelf erbuiten plaatst. Alsof je op een brug staat en toekijkt." De olijven in de salade zijn groot en lekker. We vallen aan op de tweede portie patatas bravas.
In gedachten speel ik wat met het beeld van mezelf op een brug. Met het grootste gemak blijk ik het te kunnen toepassen op vrijwel alle situaties in mijn leven.
"We nemen toch nog wel een toetje?" vragen we elkaar. We bestellen allebei crema catalana en mopperen over de luidruchtigheid van andere gasten.
Die brug is mijn schuilplaats, realiseer ik me. Er vanaf komen is niet alleen naar anderen toe gaan. Het is ook anderen dichtbij laten komen. Contact maken. Mezelf laten zien. Zoals ik deed toen ik laatst met S. koffie dronk.
Maar dan wel zonder het gedeelte dat ik me daarna voor mezelf schaam.

Geen opmerkingen: