woensdag 8 september 2010

Paradijs


“Is there a problem?” vraagt de receptionist van het hotel verschrikt. We hebben nog geen uur geleden ingecheckt en nu leveren we de sleutel alweer in.
“Oh no, there’s no problem at all”, haast ik me te zeggen. Behalve dan dat het hotel aan de doorgaande weg ligt, dat het oerlelijk is, dat de kamer ontzettend klein is en dat je op het balkon hooguit kan staan, in je eentje, zo minuscuul is dat. Dat het al met al geen plek is waar wij twee nachten willen blijven. Waarbij aangetekend moet worden dat er nauwelijks te concurreren valt met het hotel waar we de twee nachten hiervoor verbleven: dat was close to paradise.
“We just like to stay really near to the beach, so we found ourselves another place”, zeg ik. Wat óók waar is. We zijn in een schattig dorpje met een smal boulevardje langs een reep strand – ik snap er niets van dat onze reisorganisatie ons in dat lelijke misbaksel net erbuiten heeft willen stoppen. We hadden maar één minuut nodig om te besluiten dat we er niet wilden blijven. Een nieuw onderkomen is snel gevonden: bij Maria die in een mengelmoes van Grieks, Frans en Engels haar laatste vrije kamer aanprijst. “One big bed”, zegt ze. “Really très grande. Is that a problem, no?”
Nee hoor, dat is geen probleem, maar toch willen we graag eerst de kamer even zien voordat we ‘m nemen. Met moeite staat ze op, laat het enorme litteken over haar rechterknie zien – zes maanden geleden een nieuwe knie gekregen.
De kamer is perfect. Onder de bougainville. De zee op gehoorsafstand. Close to paradise.

Geen opmerkingen: