donderdag 12 augustus 2010

Fiets


Ik heb een collega, nou ja, ik heb een heleboel collega’s, maar deze ene collega: het kan niet anders of het is mijn dubbelganger. Of ik ben háár dubbelganger, dat kan ook, dat wil ik in het midden laten. We kenden elkaar eerst alleen van korte ontmoetingen bij de koffieautomaat. Waarbij ofwel ik, ofwel zij altijd iets uitroepen in de trant van: “Hé! Dat jurkje heb ik gisteren ook gepast! Maar het was er niet meer in mijn maat!”
Sinds kort begeleid ik haar bij een klein projectje. Dat geeft de gelegenheid om favoriete winkeladressen uit te wisselen. Maar we vertellen elkaar niets nieuws. Waar ik kom, blijkt zij ook te komen. En andersom.
Een maand of twee geleden dook er in de fietsenstalling op werk een fiets op die identiek is aan de mijne. Het enige verschil is een kinderzitje op de bagagedrager van die fiets (of het ontbreken van zo’n zitje op mijn fiets, het is maar hoe je het bekijkt). ’s Ochtends is mijn fiets nog de enige in z’n soort in de stalling. Maar als ik hem ’s middags kom ophalen om naar huis te gaan, staat het tweelingexemplaar er gezellig naast. Ik heb al eens per ongeluk een poging gedaan het slot van die andere fiets open te maken. En snapte er even niets van toen dat niet lukte. Tot mijn oog viel op het kinderzitje.
Laatst was ik laat. Of het tweelingexemplaar was vroeg. Of van allebei een beetje. In elk geval, en ik had het eigenlijk ook al kunnen weten: wie reed daar net zo stoer op haar fiets als ik op mijn fiets?
Natuurlijk.
Mijn collega. Mijn dubbelganger.

Geen opmerkingen: