maandag 20 juli 2009

Strandje


Tja. Ik zou ik niet zijn als ik niet direct aan het twijfelen sloeg. Zo zit ik nog met G. te bespreken wat ik versta onder rust en zo roept mijn hoofd: Ja nee wacht ho - moet ik dan echt met mijn kont op een stoel en alleen maar zitten? En G. zei het nog: "Ik ben natuurlijk de laatste om je te vertellen wat je moet doen of laten." Rust. Het leek mij tot nu toe zoiets als uit werk komen, Hond uitlaten en dan even niks. En nu zit ik hier en weet ik het niet meer. Het zit reuze lekker hoor, daar niet van. Met mijn snoet in de zon, iets te drinken bij de hand, Hond in de stoel naast me en een pluizig pimpelmeesje op de schutting. Ik hoor alleen het ruisen van de wind door de bomen, het gezoem van wat bijen en hommels en op de achtergrond het gekrijs van meeuwen. Als ik mijn ogen dicht doe en mijn fantasie gebruik, dan zijn de ruisende bomen de ruisende golven van de zee. Aan het eind van de middag nog even een strandje pakken in Griekenland, dat is rust. Zeg nou eens even eerlijk, paai ik mezelf, gewoon maar een beetje zo zitten is toch ook niet slecht? Nee, slecht is het niet. Maar het doorbreekt wel mijn levenslange patroon. Als dit de nieuwe gebruikelijke gang van zaken wordt, dan. En daar word ik zomaar een beetje nerveus van. Al snap ik dat niet helemaal - oef, wat kan die MarsMania liegen. Ik begrijp het bijzonder goed. Kijk, dat ik als kind meteen uit school naar mijn kamer stormde om mijn huiswerk te maken, simpelweg omdat de middag het enige turbulentieloze moment was - dat staat hier los van. Het is later en ik heb besloten dat ik goed moet slapen, want als ik niet goed slaap, dan kan ik niet goed functioneren, en als ik niet goed functioneer, dan zal ik vroeg of laat door de mand vallen. Dan gaan ze ontdekken dat ik alles helemaal niet kan. Dat ik eigenlijk dom ben. En gek bovendien. Dus om goed te slapen, moet ik op tijd naar bed. En om op tijd naar bed te kunnen, én ook te kunnen slapen, moet ik ruim van tevoren in de relaxstand. En moet ik op tijd ophouden met dingen doen. Op tijd ophouden, dat is in mijn hoofd vastgesteld op uiterlijk 20.30 uur. En mijn hoofd, zo heb ik al vaak moeten vaststellen, is bijzonder hardnekkig. En kan ook zo heel irritant "ja maar!" roepen. Ja maar, je kan nu niet zomaar met je snoet in de zon zitten! Je moet de was nog opruimen en misschien een nieuwe in de machine doen en je moet koken en je moet zus en je moet zo en oja, je wilde ook nog de krant lezen en je email checken en je mascara zit nog op je wimpers en maak nou eens alvast het brood voor morgen om mee naar werk te nemen en zou je niet elke dag Hond even kammen en dit en dat. De meeuwen zwijgen. De wind klinkt niet meer als de zee.

Geen opmerkingen: