woensdag 17 juni 2009

Draadbreuk


Een dagje openbaar vervoer. De vlucht van Venetië naar Amsterdam duurt maar vijf kwartier, maar we zijn niet zomaar op het vliegveld. Eerst pakken we de vaporetto: een busboot, of bootbus, wat je wil. Eigenlijk is het jammer dat we er niet meer gebruik van hebben gemaakt, want ook vanaf het water is Venetië een geweldige stad. Na een klein uurtje komen we aan op het busstation, waar we in een bus klimmen die ons naar het vliegveld brengt. Weer een uur verder. Alles sluit netjes op elkaar aan. Zelfs op Schiphol is de trein zo vriendelijk om even vertraging te hebben zodat we nog mee kunnen en niet hoeven rond te hangen in dat nare station. De ergste spitsdrukte is voorbij en allebei vinden we een zitplaats. Het is even wennen aan de drukte in de trein. Telefoons rinkelen en piepen overal en de mp3-speler van mijn buurman staat zo hard dat mijn oren ervan schetteren. We hoeven nog geen halfuur in de trein te zitten; nauwelijks genoeg om te bedenken wat we zullen eten. Kennelijk is het slecht weer geweest in Nederland, want ik zie nogal wat mensen die hun winterjas aan hebben. In Venetië was het rond de 35 graden en K. straalt de warmte nog uit: de mevrouw die tegenover haar zit rukt ineens het raam open, trekt een spuitbus uit haar tas en besproeit langdurig haar oksels - en de man die naast haar zit. Nauwelijks is de deowolk verdampt of de trein staat stil met links uitzicht op een weiland met koeien en schapen, en rechts op een weiland met paarden en op de A44. "We krijgen zojuist door dat de trein voor ons een stukje bovenleiding heeft meegenomen. Vandaar dat we even geen stroom meer hebben", meldt de hoofdconducteur door de intercom. "De machinist is druk bezig met bellen om te horen hoe verder te handelen. Maar het kan nog wel even duren." De deodame belt, net als bijna alle passagiers, onmiddellijk naar het thuisfront. "Hai schatje! (...) Ja, draadbreuk. (...) Nee, ga maar vast lekker eten hoor. (...) Ja, adem in, adem uit heb ik al gedaan. (...) Nou, die kerrierijst eten we morgen wel. (...) Hou van jou! Doeg!" Ik had mijn boek nog altijd niet uit: ik hou het wel een poosje vol. Na anderhalf uur komt een hulpverlener controleren of het met iedereen goed gaat. Heel wat mensen richten hun frustratie op hem, maar hij loopt kalm door. Terwijl een Engelssprekende man in zijn telefoon zegt: "I really admire those Dutch people. They stay so extremely calm - everywhere else there would have been a rage", beginnen hier en daar passagiers in paniek te raken. Zij zijn er dan ook als de kippen bij als de conducteur omroept dat we even naar buiten mogen om de benen te strekken. Later blijkt dit een ontruiming van de trein te zijn, en na tweeënhalf uur wachten worden we allemaal naar buiten geholpen. Behoorlijk hoog trouwens, zo'n trein zonder perron ernaast. Onder politie-escorte zoeven we met een bus alsnog naar ons eindstation. Venetië is vlakbij. Maar van Schiphol naar huis is bijna een wereldreis.

Geen opmerkingen: