woensdag 22 oktober 2008

Nacht


Vannacht ontmoette ik een vriendin, die ik al minstens twee jaar niet heb gezien. We zitten buiten op de stoep in de winterse kou. De sneeuw op straat is bevroren. Verderop slipt een auto op een brug en botst tegen de reling. "Ik heb je gemist", zeg ik, en ik schenk kokend water in onze kopjes. "Ik jou niet", zegt zij. "Waarom ben je hier dan?" vraag ik, terwijl ik noteer welke thee ze kiest: citroen. Ze geeft geen antwoord. Dan ben ik bij mijn ouders in de tuin. Ik heb laaiende ruzie met mijn vader. Mijn moeder zit erbij alsof het haar niets aangaat. Mijn vader beschuldigt mij ervan dat ik expres een onvoldoende voor mijn wiskunde-examen heb gehaald. "Je hebt je rekentool helemaal niet gebruikt!" schreeuwt hij, en hij smijt een vlieger op tafel. De vlieger moet nog in elkaar worden gezet. Een aantal onderdelen is strak in plastic geseald. Ik begrijp niets van de man. Zelfs mét rekentool had ik nooit mijn examen gehaald. Kan hij zich de eindeloze uren bijles niet herinneren? Eindelijk kalmeert hij en met mijn moeder wil hij mijn vriendin, die blijkbaar mijn vriendin niet meer is, gaan helpen. Ik fluister ze toe dat ze me niet gemist heeft, voordat er misverstanden kunnen ontstaan. We worden allemaal afgeleid door de bestuurder van de geslipte auto. Hij is onvriendelijk, hij wil geld zien en hij heeft een formulier bij zich in een vreemde taal. Pools of Russisch denk ik, en het lijkt een papier van de verzekering. Even later zit ik in een overvolle klas. Aardrijkskundeles. De leraar wijst de andere leerlingen op mijn schrift: "Zo zou iedereen het moeten bijhouden", zegt hij, "ook al snapt ze er verder niets van." De leraar demonstreert een vuurwapen. Het is een oorverdovend lawaai en de kogels vliegen door het lokaal. Niemand raakt gewond, wel zijn er een aantal zieken. Nog altijd is het nacht, en buiten spelen mijn ouders onder een stralendblauwe hemel een potje tennis.

Geen opmerkingen: