donderdag 22 april 2010

Vaatdoekvaal


Ik ben daar dus echt niet zo goed in, in ziek zijn. Tegen beter weten in werkte ik gisteren de hele dag door terwijl tante Migraine me in een wurggreep hield. Ik ga me toch zeker niet laten kennen – zo langzamerhand zou ik weleens willen weten waar ik dat vreemde motto heb opgepikt. Toen ik vanochtend opnieuw wakker werd met koppijn was niet mijn eerste gedachte dat ik me er dan maar eens aan moet overgeven. Nee. Ik dacht: misschien moet ik maar iets fleurigs aantrekken, dan valt mijn vaatdoekvale teint wat minder op. Pas toen ik op bibberige pootjes uit mijn bed probeerde te komen, begon het me te dagen dat het wellicht helemaal niet zo'n goed idee was om op te staan. En al voel ik me bepaald niet florissant, het lukt me niet om gewoon maar te blijven liggen. Ik wijs mezelf op het gezellige geroffel van de regen op de dakkapel. Ik laat mezelf naar het gekwetter van vogels luisteren. Ik probeer te tellen hoeveel vliegtuigen er overvliegen. Ik doe net alsof ik slaap. Ik staar naar de lucht. Al mijn spieren blijven echter onverbiddelijk op de spring-toch-direct-uit-bed-stand staan. Dus. There I go. Gelukkig heb ik wel een nieuwe
joggingbroek.