donderdag 29 april 2010

Meeuw


“Normaal zou ik hem begraven”, zegt ze en ze kijkt om zich heen. “Maar hier kan dat niet.” Elke ochtend zie ik dat ze voor de meeuwen resten brood uit het raam gooit. Met veel gekrijs storten de beesten zich daarop. Ze weet niet dat over een paar weken niemand in de binnentuin kan komen. Zodra er jongen zijn, zijn de meeuwen agressief.
“Ik snap niet dat ik hem gisteren nog niet heb gezien”, zegt ze. Met een plastic zak heeft ze het lijk opgepakt.
“Ik denk niet dat hij nog maar net dood is”, probeer ik aarzelend. Ik wil niet de wijsneus uithangen. “Zou het er niet één van vorig jaar zijn? Dat hij nog in de dakgoot lag? En er nu uitgevallen is?” Ik zie dat ik haar niet overtuig.
“Als hij nog leefde had ik de dierenambulance gebeld”, zegt ze. Ze bekijkt het lijk nauwkeurig. Alsof ze inspecteert of hij echt dood is. Dan steekt ze de straat over en legt hem zachtjes in een afvalcontainer. “Normaal zou ik hem begraven”, zegt ze. "Echt."

Geen opmerkingen: